Volgens de voorlopige uitslag van het ANP Verkiezingsbureau ligt de verkiezingsopkomst op 80,2 procent.
Mocht dat inderdaad kloppen, is dat een flink stuk hoger dan bij de verkiezingen in 2012 (74,6 procent).
En ook in 2010 viel de opkomst tegen, met 75,3 procent.
In 2006 lag het opkomstcijfer op 80,4 procent.
Hieronder de opkomst sinds de afschaffing van de stemplicht, in 1970:
De komende dagen zal dit opkomstcijfer ongetwijfeld worden verklaard en geanalyseerd, maar laten we alvast een voorschot op de mogelijke redenen nemen.
Allereerst het lekkere weer; doorgaans heeft dat een goede invloed op de stembus. Zeker als er rijen staan, zoals vandaag het geval was. Je hoeft immers niet door de kou.
De afgelopen dagen is ook vaak op de Brexit en Trump gewezen. Voor de progressievere kiezers wellicht een reden om naar de stembus te gaan, om de Nederlandse verkiezingen niet dat volgende dominosteentje te laten zijn, zoals Mark Rutte het al eerder aan de internationale pers verwoordde.
Een andere reden die vooral door politici zelf naar voren wordt gehaald, is het aanboren van nieuwe kiezers. Met name GroenLinks zegt een nieuwe, jongere groep kiezers aan te spreken, maar ook Thierry Baudet en DENK zeggen nieuwe groepen aan te boren die anders niet zouden gaan stemmen.
Ten slotte is het ook mogelijk dat men het de afgelopen jaren gewoon zat was om zo vaak naar de stembus te gaan. Het is de eerste keer in tijden dat een kabinet weer eens de rit uitzit.